Inhoud
Als je gaat bouwen, zijn er een aantal afstandsregels waarmee je rekening moet houden.
Wanneer je gaat bouwen langs een aardgasleiding, moet je rekening houden met de opgelegde voorwaarden. Je mag geen constructies (ook geen tuinhuisjes, garages, zwembaden, vijvers,...) voorzien binnen de 5 meter aan weerszijden van de aardgasleiding. Ook de septische put en de regenwaterput moeten zich buiten deze 5 meter zone bevinden.
De uitvoerder is verplicht om schriftelijk contact op te nemen met de exploitant van de aardgasleiding vooraleer hij begint te werken. Ook het planten van bomen en struiken is vastgelegd in een lijst. Tenslotte vloeit er ook nog een erfdienstbaarheid uit voort. Dit wil zeggen dat de exploitanten op elk ogenblik hun installaties moeten kunnen bereiken.
Wanneer je gaat bouwen langs het kanaal moet je in principe een afstand van 35 meter bewaren van de kruin van dit kanaal. Langs brugopritten moet je 10 meter vrijlaten voor verhogingen en verplaatsingen. Het Albertkanaal is een ruwwaterbron voor een belangrijke drinkwatermaatschappij. Daarom is de waterkwaliteit van de lozingen een belangrijk aandachtspunt. Deze maatschappij legt je op dat je je huishoudelijk afvalwater niet direct of indirect mag lozen.
Ga je bouwen langs een autosnelweg, hou dan rekening met de voorwaarden die het Agentschap Wegen en Verkeer je oplegt. Je moet langs de autosnelweg een vrije strook van 30 meter vrijlaten vanaf de grens van het domein van de autosnelweg. De grens van het domein van de autosnelweg is de achterkant van de gracht plus 1 meter.
Wanneer er op je perceel een erfdienstbaarheid rust dan moet je dit gedogen en mag je de erfdienstbaarheid niet bemoeilijken of wijzigen. Gebouwen of constructies plaats je op minstens 3 meter van de erfdienstbaarheid.
Gewestwegen vallen onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Voor alle werken langs een gewestweg vraagt de gemeente het advies van de afdeling Wegen en Verkeer. Deze afdeling bepaalt de vastgestelde afstanden tegenover de bestaande as van de gewestweg. Maar als algemene richtlijn geldt dat je de constructie mag zetten op minstens 8 meter uit de rooilijn. Voor het plaatsen van een overwelving, voor het verharden van de oprit (gedeelte tussen rijweg en fietspad) of voor alle werken op het openbaar gewestdomein moet je telkens een afzonderlijke vergunning aanvragen.
Wanneer je gaat bouwen in de buurt van een hoogspanningslijn, moet je je houden aan de veiligheidsafstanden die Elia, de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet, oplegt. Niks of niemand mag de geleiders dichter naderen dan de opgegeven veiligheidsafstand. Door te dicht te komen, zelfs zonder de geleider aan te raken, zou immers een overslag met steekvlam kunnen ontstaan.
Met deze regels moet je rekening houden als er een waterloop naast je woning loopt:
5-meter zone
De zone van 5 meter langs elke kant van de waterloop is een openbare erfdienstbaarheid. Dat wil zeggen dat je er niks mag plaatsen en dat je doorgang moet verlenen om ruimingswerken goed te laten verlopen. Bemesting binnen de zone van 5 meter is verboden.
1-meter zone
Binnen een zone van 1 meter langs de waterloop mag je geen grondbewerkingen uitvoeren of bestrijdingsmiddelen gebruiken.
Omheining plaatsen
Op een afstand tussen 0,75 en 1 meter mag je omheiningen plaatsen met een maximale hoogte van 1,5 meter. Hou hierbij rekening met de 5-meter zone: afsluitingen die haaks op de waterloop staan, moet je binnen de 5-meter zone kunnen verwijderen.
Naaldbomen
Je mag geen naaldbomen (ook coniferen) aanplanten binnen een zone van 6 meter van de waterloop. Onder deze bomen komt minder begroeiing waardoor de kans op afkalving van de oevers toeneemt. Bovendien werken naaldbomen verzuring en verdroging van de bodem in de hand.
Waarom deze regels?
Deze regels zijn nodig om een goed beheer mogelijk te maken en om de waterkwaliteit te beschermen
Niet-gemene muren (van woningen, garages, tuinhuisjes,...) moeten een afstand van minimaal 3 meter bewaren tegenover de zijdelingse perceelgrenzen. Uitzonderingen op deze regel vind je meestal terug in de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling. Je kan ook terecht bij de medewerkers van Omgeving voor meer gedetailleerde vragen hierover. Er bestaan ook afstandsregels voor het plaatsen van tuinbergingen en garages, het aanleggen van terrassen, het planten van een haag en hoge bomen,...
Ga je bouwen langs een pijpleiding die industriële gassen vervoert, dan zal je altijd moeten overleggen met de exploitant van de pijpleiding. Algemeen kan je stellen dat je de stabiliteit van de ondergrond binnen de beschermde zone niet in gevaar mag brengen. Dit is de zone binnen de 15 meter aan weerszijden van de pijpleiding.
Rond de pijpleiding is er een voorbehouden zone waarin het oprichten van gebouwen of het planten van diepgewortelde bomen verboden zijn. De voorbehouden zone is afhankelijk van de diameter van de leiding. Je zal de werkmethode, de plannen en een gedetailleerde planning ter goedkeuring moeten voorleggen. Zonder goedkeuring kan je niet starten met de werkzaamheden. Alle nodige maatregelen die voortvloeien uit bijkomend overleg zijn steeds ten laste van jou.
Ga je bouwen langs een spoorweg of in de buurt van een spoorweg, dan zal de NMBS je aanvraag steeds adviseren.
- Je mag nooit zonder schriftelijke toestemming van de NMBS constructies of gebouwen optrekken op minder dan 2,5 meter van de vrije rand van de spoorweg en op minder dan 6 meter bomen planten.
- Op minder dan 20 meter van de vrije rand mag je geen brandbare stoffen stapelen.
- Binnen een ruimte van 20 meter, gemeten van de vrije rand, mag je geen dakbedekkingen van stro bouwen of andere brand- of ontvlambare stoffen.
- Als bouwheer moet je steeds mandichte afsluitingen zonder poortje plaatsen langs het spoorwegdomein.
Voetwegen zijn smalle wegen van soms maar 1 meter breed. Ze hebben een openbaar karakter. De bedding behoort gewoonlijk toe aan aangelanden. De voetwegen zijn aangeduid in de atlas van de buurtwegen (1841). Ga je bouwen langs zo'n officiële voetweg, dan moet je een afstand van 3 meter bewaren.