Inhoud
De driekantige boeren uit Sint-Jozef-Olen wilden niet langer uitgelachen worden omdat hun kerk niet in het midden van de parochie stond. Alle mannen kwamen op een zomeravond bijeen aan de kerk en begonnen onder de kundige leiding van de onderpastoor Dirckx tegen de kerk te duwen.
"Eentweedrie: ja! Eentweedrie: ja!"
Boer Baart kreeg het er behoorlijk warm van. Hij trok zijn jas uit en rolde zijn hemdsmouwen op. Even later passeerde er een bedelaar.
"Een geschenk uit de hemel! Mijn gebeden zijn eindelijk verhoord!" riep hij, en ging meteen met de jas aan de haal.
Toen de duisternis begon in te vallen, kreeg boer Baart het koud. Hij wilde zijn jas weer aantrekken maar kon hem niet meer vinden.
"Jongens, het spijt me," zei hij, "maar we moeten de kerk een eindje terugduwen, want mijn jas zit eronder."
Uit 'De Driekantige boeren' van Walter van den Broeck met tekeningen van Steven Wilsens. Dit boek werd in 2000 in 500 exemplaren uitgegeven als bijdrage aan de Olense Keizer Karel herdenking.